Vourkotí - klooster Agios Nikólaos - Apíkia - Chóra

 

Beoordeling: Deze wandeling verloopt eerst in de prachtige, wilde vallei van de Varídi, van Vourkotí tot het klooster van Agios Nikólaos. De terugkeer naar Apíkia verloopt weliswaar hoofdzakelijk langs gewone wegen, maar het prachtige pad tussen Apíkia en Chóra, met één van de langste kalderímia van het eiland, is dan weer echt de moeite waard. Krijgt als beoordeling ***.

Tijd: Wandelen van Vourkotí tot het klooster vraagt ongeveer 1u30 in effectieve wandeltijd (EWT). Van Agios Nikólaos tot Apíkia kost het zo'n 1u10, meestal op grindwegen en 15 minuten (of ongeveer 1,2 km) op asfalt. De mooie afdaling van Apíkia naar Chóra duurt dan nog een uur. Dit betekent een totale effectieve wandeltijd van 3u40, wat met de nodige rustpauzes gauw 6-7 uur wordt - wij wandelden van 9 tot 16 uur.

Routebeschrijving: In het najaar van 2006 was er slechts op woensdag een bus naar Vourkotí; dit betekent dat je meestal een taxi moet nemen vanaf Chóra (13 € in september 2006). Wij konden uitstappen boven Vourkotí, bij het restaurant O Vráchos. Zoals zo dikwijls hing er hier veel mist.

Van bij O Vráchos moeten we één van de 2 trappen naar beneden nemen; 1-2 minuten verder komen ze weer samen en dan dalen we nog vele treden af om na weer enkele minuten beneden naast een watergoot uit te komen. Even voor het verlaten café, in het centrum van Vourkotí, en zeker VOOR de brugjes, moet je naar links, bij een klein huis met groene tralies voor de ramen - op de muur staat er een wandelteken met een rood driehoekje.

Nog geen minuut verder houden we rechts en even verder is er weer zo'n teken en een hel blauwe stip. We dalen betonnen treden af, dan lopen we op een betonnen pad en na 4 minuten houden we weer rechts (verder zijn er weer stippen). We zien hier zelfs de baai van Achla al ver voor ons uit, aan het eind van de heel lange vallei. Enkele minuten verder wordt ons pad een typisch aarden ezelspad, vrij smal tussen muren, met soms wat rommel, soms ook met doornen (een lange broek is weer heel nuttig!). Weer 4 minuten verder gaan we over een droge beek en na wat klimmen en dalen komen we kort daarop op een grindweg die we naar rechts volgen.

Kort daarna gaan we rechts naar beneden en we volgen deze dalende grindweg nu zo'n 14 minuten. Let op: in een scherpe bocht naar rechts gaan we NIET rechtdoor op wat op een pad gelijkt, maar we dalen verder op de grindweg, die na weer 4 minuten een scherpe bocht naar links maakt. Dan is het weer opletten: we maken nog een zwakke bocht naar rechts, maar in de volgende zwakke bocht naar links zien we op enkele stenen blauwe stippen en strepen, om een pad rechts van de weg tussen struikjes aan te duiden.

Eén minuut verder komen we op een dwarspad dat we naar links volgen; dit is een oud en smal rotspad dat na weer 2 minuten resoluut rechts afdaalt in de vallei - we horen stromend water. Na nog eens 3 minuten dalen we NIET verder rechts af, maar gaan we op een vlak pad rechtdoor. Kort daarna lopen we voor enkele minuten tussen verlaten stallen en terrassen en 3 minuten hierna komen we op een beschaduwde plek tussen hoge muren terecht: op deze driesprong sturen een vergane rode pijl en een blauwe stip ons naar rechts.

Even gaat het vlak verder onder bomen, dan dalen we enkele bochten sterk af en hierna gaan we weer vlak verder onder grote olijfbomen. Dan is het weer opletten: na 2 minuten moeten we bij een bres in de rechtermuur naar rechts - er is een blauwe streep op een steen en verder zien we een blauwe stip op een boomstam. Loop je hier te ver, dan is het vlakke pad verder versperd. We dalen nu dus rechts in de vallei af en moeten nu echt enkele blauwe pijltjes en stippen zoeken om ons pad dat door terrassen slingert te volgen. We komen zo weer op een vlak pad terecht, dat we naar links volgen - niet verder afdalen dus! Na nog eens 2 minuten komen we weer op een schaduwrijke en rotsachtige plek uit, waar we scherp naar rechts gaan (blauwe stip).

[Een goede raad: vind je na een tijdje geen blauwe stippen meer, dan ben je waarschijnlijk verkeerd gelopen op dit nogal verwarde traject. Loop dan terug tot bij het laatste zichtbare teken en probeer het opnieuw...]

Het pad is verder wat ingezakt en overgroeid met doornstruiken - lange broek en zelfs lange mouwen zijn hier echt geen luxe. De blauwe stippen stellen ons gerust, dit is nog altijd de goede weg. Na weer 6 minuten gaan we nog eens naar rechts op een schaduwrijke plek, maar direct gaan we bij een soort splitsing weer links (blauw pijltje). Wat verder stuurt een blauwe pijl ons naar rechts over een zwarte waterslang; we slingeren naar beneden, houden eerder rechts en laten ons leiden door de stippen. En dan komen we plots bij een prachtige, oude boogbrug terecht. 

We kunnen bij het sterk stromende water komen, door voor de brug naar rechts af te dalen of over de brug naar beneden te klauteren - dit is echt een sprookjesachtige plek!

Over de brug dalen we de trap af en even nog kunnen we een mooi pad volgen, dat 2 slingeringen omhoog maakt, maar dat daarna een soort zand- en grindweg wordt die nog altijd stijgt. We stijgen nu zo'n 16 minuten, zodat we weer hoog boven de vallei komen - wel moeten we halfweg een breed hekken met een touw open en dicht knopen. Bij een splitsing in een bocht gaan we links, verder houden we rechts, in de richting van een kleine kapel (16 minuten na het begin van de grindweg). We volgen deze weg nu nog eens 10-11 minuten, eerst in de richting van de witte kapel met kantelen, maar daarna links draaiend in de richting van het grote gebouw van Agios Nikólaos, dat ons eerst niet was opgevallen, door de kleur van de natuursteen waaruit het is opgebouwd.

We kunnen het terrein van het klooster betreden door 2 brede opeenvolgende hekkens. Zijn deze hekkens niet open, dan gaan we bij de splitsing voor het eerste hekken het betonwegje rechts tot op de hoofdweg. Daar gaan we dan 30 meter links om het gebouwencomplex via een betonnen trap binnen te gaan. Hier wacht ons dan de tweede verrassing van de dag: we komen op een groot voorplein terecht, met een bron, een grote plataan en 4 palmbomen; het uitzicht over de vallei is weids. 

We gaan binnen en ontdekken enkele mooie binnenpleinen, met een mooie en helemaal gerestaureerde kerk uit de 11de eeuw. De horizontale motieven in de muren doen denken aan sommige Italiaanse kerken... Binnen zijn er fresco's uit de 15de eeuw. De voorhof is een schitterende picknickplek.

Om verder te gaan richting Apíkia nemen we vanaf het klooster de brede grindweg omhoog; na 4 minuten komen we voorbij het pad dat leidt naar de grot van de heilige Antonios, die we bekroond met een kruis hoger tegen de heuvel zien liggen. Na nog 2 minuten komen we voorbij de kapel met de kantelen. We klimmen in totaal 23 minuten op deze grindweg, waarbij we een scherpe bocht naar links maken. Zo komen we uit op de asfaltweg en meteen ook op een winderige pas - soms schuiven slierten mist over ons de vallei in...

Rechtover, links van bouwafval, zien we een vaag pad dat door een bres in een muur loopt en aan de andere kant van die muur de heuvelkam oversteekt. Zo snijden we een grote bocht van de weg af en komen we in enkele minuten via een kiezelspoor weer op de asfaltweg uit, die we natuurlijk naar rechts volgen.

We lopen nu vaak in de wolken die uit de verre baai van Chóra de heuvel over waaien. Na 9 minuten komen we voorbij de eigenaardige kapel van Agia Iríni, bijzonder door haar pannendak en omdat ze binnenin een ruïne is gebouwd. Soms krijgen we door de wolkenslierten een mooi zicht op Chóra.

Na nog eens 5-6 minuten, net voorbij een ander kapelletje, is er een afslag naar rechts. Hier gaan we beter naar rechts, om de eentonige asfaltweg te vermijden. Na 50 m buigt deze betonweg naar links en wordt het beton grind. Na zo'n 8 minuten komen we bij een bocht naar rechts, waar we rechtdoor gaan en gauw komen we nu op het hoogste punt van deze weg: we hebben er een mooi uitzicht op Apíkia in het groen, op het verre klooster van Agia Marína en links nog altijd op Chóra.

Na 5 minuten klimt het wegje weer wat, maar 4 minuten hierna is het opletten. Na in totaal 17 minuten op deze grindweg en net voorbij een hokje met een blauwe deur en een zware elektriciteitspaal is er een lichte bocht naar rechts: rechtdoor is er een pad, afgesloten door een traliehek. We nemen dit pad rechtdoor en dalen nu 3-4 minuten naast een waterleiding af. Na 4 minuten komen we op betonnen trappen terecht; nog zo'n 1-2 minuten verder gaan we NIET rechts op het vlakke pad, maar we dalen verder af op de trappen met naast ons nog altijd de waterleiding. We passeren langs een mooi kapelletje en komen zo op de asfaltweg uit. We gaan er rechts, lopen langs restaurant Romantica en het fabriekje waar het bekende water van de Sáriza-bron wordt gebotteld, en na 3-4 minuten op de asfaltweg komen we bij een plek met enkele banken en lantaarns. Direct daarna ligt de taverne O Tássos en het hotel Pigí Sáriza; de witte trap rechts leidt tot bij de bekende bron Sáriza.

We keren op onze stappen terug, gaan even rechts op de asfaltweg en 10 m verder (rechtover de pantopolío Ta Apíkia) dalen we de betonnen trap naar links af - we volgen nu wandeling [2] die van Chóra over Apíkia naar Vourkotí gaat.

Na een kleine 3 minuten komen we op een T-splitsing: links gaat de wandeling [8] naar het strand van Giália, wij dalen rechts af naar asfaltweg. We steken die schuin rechts over en dalen verder af op een betonhelling - weldra volgen we een mooi oud pad. Nog eens 2 minuten verder steken we op een mooie brug de groene vallei over met het water dat van de Pithára en verderop van Evrousés komt. Het riviertje heet "Potamós toon Gialioón" en loopt dus naar het strand van Giália.

Over de brug gaat een oude trap omhoog en na 2 minuten steken we de asfaltweg weer schuin rechts over. Zo'n 3 minuten verder gaan we bij een splitsing links en stijgen we verder. Na een goede 3 minuten komen we op een grindweg die we 8 minuten rechtdoor volgen: we hebben nu een heel mooi zicht op de prachtige muur met de grote schistplaten, zo typisch voor Andros, en op de vallei van Apíkia en Steniés!

Zo komen we op de asfaltweg uit, waar het oude pad rechtdoor verder gaat en hier krijgen we dadelijk een  prachtig zicht op Chóra. Er volgt nu gedurende bijna een half uur een prachtige kalderími, eerst 8 minuten in treden van verticaal gestapelde stenen.

Na deze 8 minuten steken we weer de asfaltweg over en 5-6 minuten daarna kruisen we weer een asfaltweg. Na weer enkele minuten buigt het oude pad rechts af (bij een asfaltwegje) - twee keer houdt de oude bestrating even op, maar anders loopt de oude kalderími in totaal een half uur lang door, vrij uitzonderlijk! In Chóra komen we op beton terecht, we gaan rechts en dan links tot aan de waterkant van Nimborió, bij de brug.

Wie terug naar het centrum moet, gaat over de brug links om zo via de restaurants en een trap van 53 treden in de hoofdstraat te komen.